De aanzichten definiëren die in onderdeel-, merk- en betontekeningen moeten worden gemaakt

Tekla Structures
2020
Tekla Structures

De aanzichten definiëren die in onderdeel-, merk- en betontekeningen moeten worden gemaakt

Voordat u onderdeel-, merk- of betontekeningen maakt, moet u de aanzichten selecteren die u automatisch wilt laten opnemen. Tegelijkertijd kunt u de benodigde aanzichteigenschappen instellen.

U doet het volgende om de te maken tekeningaanzichten te selecteren en de aanzichteigenschappen weer te geven:

  1. Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Tekening­eigenschappen en selecteer het tekeningtype.. Selecteer onderdeel-, beton- of merktekening.
  2. Laad het bestand met tekeningeigenschappen dat u wilt wijzigen in de lijst aan de bovenzijde.
  3. Klik op Maken aanzicht.
  4. Ga naar het tabblad Attributen en wijzig indien nodig de instellingen.

    Deze instellingen zijn op alle aanzichten in de tekening van toepassing. Hier kunt u het coördinatensysteem selecteren, de coördinatensysteemrotatie instellen en de vervorming van getordeerd of afgeschuinde onderdelen opheffen.

  5. Selecteer op het tabblad Aanzichten de aanzichten die u wilt maken. U kunt zo veel aanzichten maken als u wilt.
    • Als u Uit selecteert, maakt Tekla Structures het aanzicht niet, maar worden de onderdelen in de beschikbare aanzichten bemaat. Als u alle vier de hoofdaanzichten uitschakelt, maakt Tekla Structures wel één vooraanzicht.

    • Als u Aan selecteert, maakt Tekla Structures altijd het aanzicht, zelfs als het niet nodig is om de maatlijnen weer te geven. Voor doorsneden wordt in Tekla Structures één extra doorsnede gemaakt waarin het midden van het hoofdonderdeel wordt weergegeven. Voor eindaanzichten wordt in Tekla Structures een eindaanzicht gemaakt van één uiteinde van het hoofdonderdeel.

    • Als u Auto selecteert, wordt het aanzicht in Tekla Structures gemaakt als het nodig is om de maatlijnen weer te geven. Voor doorsneden wordt in Tekla Structures het benodigde aantal aanzichten gemaakt om alle maatlijnen weer te geven. Voor eindaanzichten wordt in Tekla Structures ook een ander eindaanzicht gemaakt van het andere uiteinde van het hoofdonderdeel, als zich maatlijnen aan dat uiteinde bevinden.

  6. Selecteer voor elk van de gemaakte aanzichten de aanzichteigenschappen die u in de kolom Aanzichteigenschappen wilt gebruiken.

    De lijsten bevatten vooraf gedefinieerde aanzichteigenschappen voor verschillende typen tekeningen en ook de aanzichteigenschappen die u in Aanzichteigenschappen opslaat. Raadpleeg voor meer informatie over aanzichteigenschappen Aanzicht eigenschappen in tekeningen.

  7. Controleer de aanzichteigenschappen voor elk aanzicht door het aanzicht in de lijst te selecteren, op de knop Aanzichteigenschappen te klikken en indien nodig de eigenschappen te wijzigen.
  8. Controleer de instellingen op het tabblad Attributen 1 in Aanzichteigenschappen.

    Hier kunt u de aanzichtschaal en -grootte, de aanzichtvergrotingsafstand, de aanzichtplaats en de rotatie van 3D-aanzichten instellen, een geprojecteerde vlak weergeven en gedetailleerde objectniveau-instellingen voor het geselecteerde aanzicht toepassen.

  9. Controleer de instellingen op het tabblad Attributen 2 in Aanzichteigenschappen.

    U kunt hier de vervorming van getordeerd onderdelen of onderdelen die zijn voorzien van tussenruimten opheffen, onderdelen inkorten, openingen en uitsparingen weergeven, selecteren of de locatie door de modeloorsprong of een basispunt te zien is, het feitelijk punt voor peilmaten instellen en de methode voor het maken van de maatlijnen in het geselecteerde aanzicht selecteren.

  10. Controleer de instellingen op het tabblad Label in Aanzichteigenschappen.

    Hier kunt u de labeltekst en -positie definiëren, een symbool in het label toevoegen en de aanzichtrichtinglabels in het geselecteerde aanzicht weergeven.

  11. Doorloop de opties in de optiestructuur en wijzig indien nodig bemating, beveiliging, label- en gebouwobjectinstellingen.
  12. Sla de aanzichteigenschappen op door op Opslaan te klikken.
  13. Klik op Sluiten.
  14. Klik op Opslaan om de tekeningeigenschappen op te slaan, klik vervolgens op OK en maak de tekening.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende