Werken met applicaties

Tekla Structures
2020
Tekla Structures

Werken met applicaties

U kunt applicaties, macro's en plugins in het gedeelte Applicaties van de database Applicaties en componenten uitvoeren, toevoegen, bewerken, hernoemen, opslaan als en verwijderen. U kunt ook macro's opnemen en bewerken.

Taak Actie
Een macro opnemen
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de knop Toegang tot geavanceerde functies en klik vervolgens op Macro opnemen > Globaal of Lokaal afhankelijk van of u de macro in de globale of lokale macromap wilt opslaan.

    Het commando Lokaal is alleen beschikbaar als u een locatie voor de lokale macro's met de variabele XS_MACRO_DIRECTORY hebt gedefinieerd.

  3. Voer in het vak Macronaam een naam voor de macro in.
  4. Klik op OK en voer de acties uit u wilt opnemen.
  5. Klik op Opnemen stoppen om de opname te stoppen.

    De opgenomen macro wordt opgeslagen onder globale of lokale macro's in de map macros\drawings of macros\modeling afhankelijk van de modus (tekening of modelleren) die u gebruikte terwijl u de macro opnam.

Een macrobestand maken en later inhoud toevoegen
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de knop Toegang tot geavanceerde functies en klik vervolgens op Nieuwe macro > Globaal of Lokaal afhankelijk van of u de macro in de globale of lokale macromap wilt opslaan.

    Het commando Lokaal is alleen beschikbaar als u een locatie voor de lokale macro's met de variabele XS_MACRO_DIRECTORY hebt gedefinieerd.

  3. Voer in het vak Macronaam een naam voor de macro in.
  4. Klik op OK.

    Hierdoor wordt een leeg macrobestand gemaakt dat in de lijst Applicaties wordt weergegeven.

  5. Klik met de rechtermuisknop op de lege macro en selecteer Bewerken.
  6. Voeg de macro-inhoud toe, bijvoorbeeld door commando's van andere macrobestanden te kopiëren en het bestand op te slaan.
Een macro weergeven of bewerken
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de pijl naast Applicaties om de applicatielijst te openen.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de macro die u wilt bewerken en klik op Bewerken.

    De macro kan in elke teksteditor worden geopend.

  4. Bewerk indien nodig de macro en sla het macrobestand op.
Een applicatie uitvoeren
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de pijl naast Applicaties om de applicatielijst te openen.
  3. Dubbelklik op de applicatie die u wilt uitvoeren.
Een applicatie opslaan met een andere naam
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de pijl naast Applicaties om de applicatielijst te openen.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de applicatie die u met een andere naam wilt opslaan en klik op Opslaan als.
  4. Voer een nieuwe naam voor de applicatie in en klik op OK.

    De applicatie wordt aan de lijst toegevoegd.

De naam van een applicatie wijzigen
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de pijl naast Applicaties om de applicatielijst te openen.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de applicatie waarvan u de naam wilt wijzigen en klik op Naam wijzigen.
  4. Voer een nieuwe naam voor de applicatie in en klik op OK.

    De naam van de applicatie wijzigt.

Een applicatie verwijderen
  1. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  2. Klik op de pijl naast Applicaties om de applicatielijst te openen.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de te verwijderen applicatie en klik op Verwijderen.

    De applicatie wordt uit de lijst verwijderd.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende