Met kijkvlakken kunt u zich op een vereist detail in het model concentreren. U kunt maximaal zes kijkvlakken maken in een modelvenster dat de objectvlakken weergeeft.
Wanneer u kijkvlakken maakt, moet u ervoor zorgen dat u een modelvenster gebruikt dat objectvlakken weergeeft.
Klik op het tabblad Venster op Renderen en gebruik één de volgende opties:
Grijswaarden onderdelen (Ctrl+3)
Onderdelen gerenderd (Ctrl+4)
Grijswaarden componenten (Shift+3)
Gerenderde componenten (Shift+3)
Klik op het tabblad Venster op Kijkvlak .
Beweeg de muisaanwijzer boven de modelobjecten.
Een groen symbool geeft de objectvlakken aan waarmee u het kijkvlak kunt selecteren en uitlijnen. De groene lijn geeft de zijde aan die wordt uitgeknipt. Bijvoorbeeld:
De instelling snapdiepte op de werkbalk Snappen is van invloed op de objectvlakken die u kunt selecteren. Stel snapdiepte in op 3D of Auto om de objectvlakken in het hele 3D-gebied te kunnen selecteren.
Selecteer een objectvlak.
Het symbool voor het kijkvlak verschijnt in het model:
Herhaal stap 4 om zoveel kijkvlakken te maken als nodig zijn.
Druk op Esc als u klaar bent met het maken van kijkvlakken.
Als u een kijkvlak wilt verplaatsen, selecteert u het schaarsymbool van het kijkvlak en sleept u het naar een nieuwe locatie.
Als u het schaarsymbool van de kijkvlak naar een nieuwe locatie op een kijkvlak wilt verplaatsen, houdt u Shift ingedrukt en versleept u het symbool.
Dit verplaatst het kijkvlak niet, alleen het schaarsymbool.
U kunt de kijkvlakken verwijderen als u ze niet meer nodig hebt.
U verwijdert één enkel kijkvlak door het kijkvlaksymbool te selecteren en op Delete te drukken.
Als u alle kijkvlakken in alle geopende vensters wilt verwijderen, klikt u op Venster > Alle kijkvlakken verwijderen.