Met punten en constructieobjecten kunt u andere objecten in het model plaatsen.

Als u objecten op een positie wilt plaatsen waar lijnen of objecten elkaar in het model niet snijden, kunt u constructielijnen , vlakken , cirkels , bogen en polybogen maken. U kunt bijvoorbeeld eenvoudig de punten op snijpunten van constructielijnen en -cirkels aanwijzen. De snapprioriteit van constructieobjecten is dezelfde als met de andere lijnen.

Constructieobjecten blijven in het model wanneer u vensters bijwerkt of regenereert. Ze worden niet weergegeven in tekeningen.

U kunt ook magnetische constructielijnen of -vlakken maken om groepen objecten te koppelen en te verplaatsen. U hoeft bijvoorbeeld geen grote aantallen handles en afwerkingen aan onderdeelvlakken te koppelen, maar u maakt eenvoudigweg een constructievlak dat door alle handles en afwerkingen loopt. Vervolgens maakt u dit vlak magnetisch en koppelt u het aan de juiste zijde. Wanneer u het vlak verplaatst, worden alle handles en afwerkingen ook verplaatst.