Gebruik variabelen om Tekla Structures te configureren en aan uw werkwijze aan te passen of om aan specifieke projectvereisten of industrienormen te voldoen. Wijzig de variabelen alleen in het dialoogvenster Geavanceerde opties. De instellingen in het dialoogvenster Geavanceerde opties overschrijven de instellingen in andere initialisatiebestanden.

1. Klik in het menu Bestand op Instellingen > Variabelen om het dialoogvenster Geavanceerde opties te openen of druk op Ctrl+E.
2. Blader door de categorieën om de variabele te vinden die u wilt instellen.

   U kunt een zoekterm ook in het vak Zoeken invoeren. Als u de zoekterm in alle categorieën wilt zoeken, selecteert u In alle categorieën. U kunt ook jokers gebruiken. Als u bijvoorbeeld alle variabelen wilt zoeken die de woorden anker en filter bevatten en willekeurige tekens tussen deze twee woorden hebben, dan voert u anker*filter in.

3. Stel de variabele in op de gewenste waarde door de waarde in te voeren of door de waarde in de lijst te selecteren.

   • U kunt het type rolspecifieke variabele van SYSTEM (ROLE) naar MODEL (ROLE) of DRAWING(ROLE) wijzigen en andersom in de lijst naast het optietype. Als u de het optietype naar SYSTEM(ROLE) wijzigt, wijzigt de waarde automatisch naar de standaardwaarde. Als u een waarde voor een SYSTEM (ROLE) -optie invoert, wijzigt deze naar MODEL (ROLE) of DRAWING(ROLE).

   • U kunt het type systeemspecifieke variabelen van SYSTEEM naar MODEL (SYSTEEM) wijzigen, zodat de waarde in de optiedatabase wordt opgeslagen. Als u de variabele SYSTEEM opnieuw instelt, wordt de waarde uit de optiedatabase verwijderd en de waarde die in initialisatiebestanden is opgegeven, wordt gebruikt.

   • Bij bepaalde variabelen kunt u knoppen gebruiken, bijvoorbeeld om de inhoud van labels te definiëren: %TPL:PROJECT.NUMBER%.

   • Als u in het dialoogvenster Geavanceerde opties een knop voor een variabele definieert, gebruikt u enkelvoudige procenttekens %xxx% rond de knop. Als u de knop in een .ini-bestand definieert, gebruik u dubbele procenttekens %%xxx%% rondom de knop.

   • Als u een mappad moet invoeren, kunt u een backslash aan het einde van het mappad invoeren of deze weglaten.

4. Klik op Toepassen of OK.
   Tip:

   Als u een complete lijst met variabelen in een tekstbestand wilt maken, klikt u op Naar bestand schrijven. De lijst geeft de naam van de variabele samen met de huidige waarde en het huidige type weer. Naar een bestand schrijven is alleen een export van de huidige instellingen, het is niet een andere manier voor het wijzigen van de variabelen.