Als u op een object in een model of tekening klikt, verschijnt er naast de muisaanwijzer een symbool van de contextuele werkbalk. Klik op het symbool om de werkbalk contextuele te openen. Gebruik de contextuele werkbalk om snel enkele basiseigenschappen van een object, venster, stramien enzovoort weer te geven en te wijzigen.
Als meerdere objecten worden geselecteerd, geeft de contextuele werkbalk de tekst Varieert weer voor eigenschappen die verschillen.