U kunt toegevoegde objecten zoals labels, maatlijnen of teksten op basis van de beveiligings- en plaatsingseigenschappen van elk tekeningobjecttype verplaatsen.

1. Open een tekening.
2. Dubbelklik voor elk aanzicht op het aanzichtkader om de aanzichteigenschappen te openen en klik op Beveiliging in de optiestructuur.
3. Controleer de beveiligingseigenschappen, wijzig deze indien nodig en klik op Wijzigen.

   Met beveiligingseigenschappen kunt u in tekeningen beveiligde gebieden definiëren om te voorkomen dat er tekst, labels of maatlijnen in dat gebied worden geplaatst.

4. Dubbelklik op objecten in uw tekening, zoals labels en maatlijnen en klik op Plaats... om de plaatsingsinstellingen indien nodig te controleren en te wijzigen.

   Plaatseigenschappen definiëren waar en hoe ver de toegevoegde objecten worden geplaatst en de lege marge rondom het label. Als het object op vast is ingesteld, verplaatsen de commando's Objecten rangschikken de objecten en wordt de vaste toestand behouden.

5. Klik op OK en Wijzigen.
6. Selecteer in de geopende tekening de toegevoegde objecten die u wilt rangschikken:

   • Selecteer de afzonderlijke objecten zoals labels, maatlijnen en teksten door Shift in te drukken en op de objecten te klikken.

   • Gebruik de selectieknoppen om bijvoorbeeld alleen teksten, labels en associatieve opmerkingen te selecteren en gebruik gebiedsselectie om de door u gewenste objecten te selecteren.

   • Als u bijvoorbeeld alleen labels of associatieve opmerkingen wilt selecteren, moet u eerst de selectieknop Onderdelen in tekeningen selecteren inschakelen en de onderdelen met gebiedsselectie selecteren. Vervolgens kunt u met de rechtermuisknop klikken en Selecteer onderdeellabels selecteren.

   • Een andere manier om alleen labels of associatieve opmerkingen te selecteren, is door de Inhoudsbeheerder tekening in het zijvenster te openen, de modelobjecten in de tekening te selecteren en op Weergeven te klikken, de lijst Inhoudsbeheerder tekening in te vullen, ervoor te zorgen dat de labelselectie is ingeschakeld en de gewenste gebouwobjecten in de lijst te selecteren.

7. Als u labels en teksten dichtbij de huidige locatie wilt rangschikken of de huidige locatie wilt negeren, klikt u op het tabblad Opmerkingen op een van de volgende commando's:

   • Objecten rangschikken > Dichtbij huidige locatie .

     Met Tekla Structures worden de geselecteerde tekeningobjecten zodanig geplaatst dat deze niet met andere objecten overlappen. Objecten die zich op een vrije locatie bevinden worden niet verplaatst en overlappende objecten worden verplaatst naar een locatie die zo dicht mogelijk bij de huidige locatie ligt.

   • Objecten rangschikken > Huidige locatie negeren .

     Met Tekla Structures worden de geselecteerde tekeningobjecten zo geplaatst dat deze niet met andere objecten overlappen zonder de huidige locatie van de objecten te controleren.

8. Als u de geselecteerde labels en opmerkingen wilt rangschikken zodat u het kruisen van aanhaallijnen vermijdt, klikt u opLabels rangschikken op het tabblad Opmerkingen. Vergeet niet dat u eerst de labels of opmerkingen moet selecteren.