U kunt meerdere profielen voor contextuele werkbalken maken. Elk profiel bevat dezelfde contextuele werkbalken, maar met verschillende instellingen.
- Klik op de contextuele werkbalk op.
- In het vak Profielen instellen voert u een naam voor het profiel in.
- Klik opom het nieuwe profiel op te slaan.
- Pas de geselecteerde contextuele werkbalk aan.
Verwijder bijvoorbeeld enkele elementen uit de contextuele werkbalk.
- Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
Het gebruikersprofiel is nu actief met de instellingen die u hebt gedefinieerd.
- U schakelt als volgt naar een ander profiel:
- In de lijst Profielen instellen selecteert u een ander profiel in de lijst.
- Wijzig de instellingen.
- Klik op OK.
Dit gebruikersprofiel is nu actief.